Henk Delabie

Benny Madalijns

Blind Spot V, Diest

Blind Spot

Langs de zijde van de Leuvenstraat, van zodra je de oprijlaan van het oud-militaire domein ‘De Citadel’ nadert, kijk je op naar een indrukwekkend kunstwerk van Henk Delabie. Zijn Blind Spot Diest, gemaakt in opdracht van de stad, verheft zich er pal tegenover de overblijfselen van de 19de eeuwse bakstenen stadsmuur, een segment van de Leuvense stadspoort die deel uitmaakte van de voormalige stadswallen. De statige betonnen creatie bevraagt er de contextkarakteristieke omgeving, waarmee ze zich verbindt tot een uniek landbaken.

Niet in het minst als krachtenspreidend tegengewicht, als ‘contrapost’ voor de opeenvolging van de vertikale en uitzichtbepalende schietgaten in de stadsmuur, waarachter zich een aaneenschakeling van kazematten bevindt. In de volksmond evenwel beter bekend als de legendarische ‘witte gangen’.

Als een betonnen wachter – wortelschietend aan de rand van een onder vele lagen specie bedolven droge gracht – die er het verleden van onze toekomst overschouwt: een stukje grond dat weer zijn eigen weg mag gaan. Een minuscuul lapje aarde waar natuurlijke processen weer wat ruimte krijgen: een nieuw verwerkelijkte snipper natuurcultuur. Enkel de verholen blik van een toevallige passant, een alerte toeschouwer of een oordeelkundige observator van nieuwerwetse fenomenen kan door de nauwe, maar hoe dan ook uitnodigende spleten zijdelings naar binnen tasten, om zo nodig een ietwat verklarend inzicht te krijgen in de gebeurlijk binnenin besloten geheimen.

De opmerkelijke muren van Henk Delabie claimen niet, maar geven onvoorwaardelijk terug. Ruimtebegrenzende wanden die een onverhoeds omsloten driehoekig grondvlak letterlijk vrijwaart van inmenging van buitenaf. Van elke verdere menselijke activiteit. En zo laat de constructie zich graag lezen als een, door solied artistiek vakmanschap geïnspireerde, kritische reflectie rond ruimtelijke dualiteit. Een bouwkundige compositie waarbij een in aanvang eenvoudige, want speelse beeldtaal, uiteindelijk een ondefineerbaar gevoel van ruimtedoorsnijdende bevreemding oproept.

Een verrassend schouwspel met haast onbeduidende doorkijkgleuven, dat zich positief wil uitspreken ter compensatie voor een historisch té eenzijdig concept van ruimtelijke planning. Een aanlokkelijke en up-to-date samenspraak tussen levende en niet-levende materie, over wie zich vandaag wat mag toeeigenen en over hoe we onszelf als onbevangen omstanders nog té vaak, nog té angstvallig vastklampen aan niet zelden voorbijgestreefde voorstellingen. Vanuit de ondergrond klimmend beton, in de luwte van de bomen geruggesteund door een reeks aarden ‘molshopen’ (de uiteindelijke restanten van vroegere artillerieopstellingsplaatsen) dat de uitgestrekte omgeving overduidelijk meeneemt in een markant atmosfeerscheppend verhaal.

Impliciet verwijzen beide site-specifieke installaties, de bakstenen muur en zijn betonnen oponent aan de overzijde – waarvan de meer dan vijf meter metende muur in de lengterichting zowat evenwijdig loopt met de omwallingsmuur – ontegensprekelijk naar fenomenen als afbakening, begrenzing en verbondenheid. Bovendien bevragen ze ons fundamenteel over ingrijpende concepten als private ruimte, publieke ruimte en innerlijke ruimte. Finaal positioneren deze ijkpunten zich tot elkaar als een onderling spanningsveld tussen traditie en vooruitstrevendheid. Het al dan niet vrijwillig (h)erkennen van deze verbuigende vingerwijzing dwingt de waarnemer tot een zinvolle betrokkenheid ten opzichte van hun ondoorgrondelijk mystiek en ruimtebepalend karakter.

Net zoals verwondering veelal ontstaat door op een geschikt geacht moment, dat wat feitelijk gegeven is, beeldend te beschrijven als een ongeziene mogelijkheid, zo herschikt de kunstenaar hier evengoed de bespeelbare omgevingsruimte. Beschrijft hij als het ware nieuwe standaarden rond controle over, het bezetten en het markeren van een landschap. Hertekent hij onze territoriale inzichten en gedragingen met betrekking tot de omgevingsbouwstenen waarin iets of iemand betekenis krijgt. Vanuit het volle besef dat de additionele feitelijkheid van de binnenin én rondom gespaarde tussenruimtes, vanaf hier en nu, denkbaar mede richtinggevend zijn voor een voorgoed durven loslaten van flarden ruimte en de daaraan onlosmakelijk gekoppelde impact op mens en omgeving.

Blind Spot V -Diest is uitgevoerd in ter plaatse gegoten lichtgrijze betonnen muurelementen. Samengevoegd vormen ze een eigentijds architecturaal brandpunt dat uitnodigt tot doorlopende ontmoetingen en uitwisselingen op een suggestieve locatie die dooraderd is met haar eigen geschiedenis.

Benny Madalijns, PhD
Doctor in de Archeologie en Kunstwetenschappen
Vrije Universiteit Brussel

en / nl

Philippe Van Cauteren

Brief: aan Henk Delabie (2)

Hans Martens

Henk Delabie: zich verplaatsen in (de) ruimte(s)

Inge Braeckman

Henk Delabie’s Tekentaal in de ruimte

Philippe Van Cauteren

Brief: aan Henk Delabie

Annelies Vanbelle

Sculpturen die de ruimte bespelen

Herman Denecker

Transobjects en Transorganisms